Terug naar Onderzoek

Sterwinden en Massaverlies

Eta Carinae

Eta Carinae: een ster die zijn buitenlagen heeft afgestoten

Het grootste deel van zijn wetenschappelijke loopbaan heeft Henny Lamers onderzoek gedaan naar sterwinden en massaverlies van zware sterren. Toen hij in 1976-1977 als postdoc werkzaam was in Princeton (US) werd met de NASA satelliet Copernicus ontdekt dat alle zware sterren (d.w.z. meer dan 10 keer zo zwaar als de Zon) op grote schaal gedurende hun hele leven hun buitenlagen de ruimte in blazen. Al eerder was ontdekt dat de zon dat ook doet: dat noemt men de Zonnewind. De sterwinden die ontdekt werden  bleken veel sterker te zijn dan de zonnewind.  Een zware ster blaast per jaar evenveel gas de ruimte in als de totale massa van de aarde, en dat met een snelheid van 2000 km per seconde!

Sterrenwinden hebben een aantal belangrijke gevolgen:

  • het uitgestoten gas heeft zo’n grote snelheid dat het grote hete gasbellen blaast in gaswolken in de buurt
    (bovenstaande foto’s zijn daar een voorbeeld van)
  • de gasbellen kunnen een paar miljoen graden heet zijn en zenden rontgenstraling uit
  • doordat zware sterren hun hele leven (d.w.z. miljoenen jaren lang) een sterwind (gas) de ruimte in blazen
    verliezen ze steeds meer van zijn buitenlagen. Daardoor worden ze steeds lichter en leven veel korter dan voorheen
    werd verondersteld.
  • als de sterren ongeveer 10 procent van hun massa hebben afgestoten, komen de dieperliggende lagen aan het oppervlak.
    Die lagen hebben een andere chemische samenstelling dan de oorspronkelijke buitenlagen omdat binnen in de ster
    door kernfusie steeds meer helium en stikstof is gevormd, en later ook koolstof en zuurstof. Als die produkten aan het
    oppervlak komen, kunnen we dus “zien” wat zich diep in de ster heeft afgespeeld.

De ontdekking van sterwinden heeft een aantal raadsels opgelost:

  • hoe komt het dat er rondom zware sterren vaak hete gasbellen zitten die rontgenstraling uitzenden ?
  • hoe komt het dat er zware sterren zijn met een heel andere chemische samenstelling aan het oppervlak dan
    normale sterren?